Financiële positie en toelichting

Structurele exploitatieruimte

Over het algemeen geldt dat naarmate de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, de exploitatie meer flexibel is dan een exploitatie waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De structurele exploitatieruimte wordt uitgedrukt in een percentage en wordt bepaald door het structurele begrotingssaldo te delen door de totale baten, zodat beoordeeld kan worden welke structurele ruimte er is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent dit dus dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Structurele exploitatieruimte

Bedragen x € 1.000

Rekening 2019

Begroting 2020

Rekening 2020

Begroting 2021

Saldo van totale baten en lasten

-1.421

560

289.109

-5.828

Saldo van totale toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

10.789

1.874

-262.642

4.272

Begrotingssaldo na bestemming

9.368

2.434

26.466

-1.556

AF: incidentele reservemutaties

6.227

-6.278

-255.970

-1.214

AF: incidentele baten en lasten (saldo)

-5.727

3.905

266.066

-3.394

Structureel begrotingssaldo

8.869

4.807

16.370

3.052

Totale baten

500.563

510.091

926.060

510.346

Structurele exploitatieruimte

1,8%

0,9%

1,8%

0,6%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de structurele exploitatieruimte 1,8% bedraagt. Er zijn geen landelijke normen voor de structurele exploitatieruimte omdat het percentage erg afhangt van de lokale situatie, maar hier geldt wel hoe hoger dit percentage is, hoe beter.

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2021 13:20:34 met de export van 07/14/2021 11:46:22