Invoering logiesheffing
De logiesbelasting is in 2020 vormgegeven en ingevoerd, in afstemming met de betrokken ondernemers. Omdat de heffing pas na afloop van een jaar wordt opgelegd is de opbrengst 2020 nog een inschatting. De coronacrisis maakt deze inschatting lastig.
Nota Lokale Heffingen
De nieuwe Nota Lokale Heffingen, de negende wijziging van de Financiële Verordening, is inmiddels aan de raad aangeboden ter vaststelling. De uitwerking, met name het onderdeel 'kostendekking' van deze paragraaf is nog vormgegeven conform de huidige Nota Lokale Heffingen.
Maatregelen coronacrisis
In 2020 zijn de volgende maatregelen genomen om (horeca)ondernemers financieel tegemoet te komen in de gevolgen van de door het Rijk opgelegde coronamaatregelen:
- middels het voorstel 'Corona-maatregelen: Aanpassing van de Precariobelasting 2019 en 2020' (zie RIS-dossier 2585345) is de precariobelasting 2019 voor dat jaar op € 0 gesteld en is ingeregeld dat voor het aantal extra vierkante meters terras, dat nodig was om de 1,5m-maatregel te handhaven, geen precariobelasting 2020 terrassen in rekening is gebracht.
- via voorstel 'Corona-maatregelen terrassen: aanpassing van de precariobelasting 2020 en 2021 en leges tijdelijke terrasvergunning 2020 en 2021' (zie RIS-dossier 2636824) is besloten de eerste drie en de laatste drie maanden van 2020 en de eerste drie maanden van 2021 geen precariobelasting terrassen te heffen en geen leges te heffen voor de aanvraag van een tijdelijke terrasvergunning, in verband met uitbreiding van het terras wegens COVID-19.
Er wordt inmiddels gewerkt aan de concretisering van de in de voorstellen 'Beschikbaar stellen van middelen voor het Herstelplan Dordtse Economie en Werkgelegenheid' en 'Instemmen met Steunmaatregelen bij heropstart en herstel van de horeca in Dordrecht' genoemde belastingmaatregelen, waarmee de raad op 23 maart 2021 heeft ingestemd.
Herziening (gemeentelijk) belastinggebied
Al geruime tijd besteden we in deze paragraaf, bij zowel de begroting als de jaarstukken, aandacht aan de verruiming c.q. van het gemeenlijk belastinggebied. In mei 2020 heeft staatssecretaris van Financiën Vijlbrief het pakket 'Bouwstenen voor een beter belastingstelsel' aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit pakket bestaat uit tien rapporten met 169 voorstellen over de volle breedte van het Nederlandse belastingstelsel. De uitgewerkte beleidsopties bestaan uit verschillende, ambtelijke bouwstenen voor het maken van politieke keuzes door het volgende kabinet. Zowel de beleidsopties als de meeste bouwstenen kunnen op verschillende manieren worden gecombineerd en ook los van elkaar worden toegepast.
Voor de gemeentelijke belastingen is het bouwsteenrapport 'Herziening gemeentelijk belastinggebied' vooral op onderstaande punten van belang:
- verruimen van het gemeentelijk belastinggebied door een belastingschuif van Rijk naar gemeenten met een indicatieve omvang van € 4 tot 6 miljard. Daarbij neemt het gemeentefonds met hetzelfde bedrag af en worden inwoners gecompenseerd door lagere inkomstenbelasting.
- invullen van de in de eerste bullet genoemde belastingschuif kan via herinvoering van de OZB-gebruikers woningen en/of ingezetenenheffing.
- verbreden van de belastinggrondslag door het afschaffen van één of meer waarderingsuitzonderingen voor de WOZ/OZB.
- moderniseren van de belastingmix door de toeristenbelasting anders vorm te geven en de hondenbelasting af te schaffen.
Vervangen macronorm OZB door benchmark lokale lasten
Met ingang van 2020 is de macronorm OZB, een afspraak tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Rijksoverheid over de maximale stijging van de landelijke opbrengst onroerendezaakbelastingen (OZB), vervangen door een benchmark lokale lasten. Hiermee is een einde gekomen aan het monitoren van de stijging van de onroerendezaakbelasting, die jaren lang een maximum stelde aan de stijging van de OZB-opbrengsten van alle gemeenten samen. In de Begroting 2021 is deze benchmark voor het eerst opgenomen. In de beantwoording van kamervragen over de stijging van de gemeentelijke belastingen in 2021 door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Kajsa Ollongren, is aangegeven dat evaluatie van de benchmark gepland staat voor 2025. Ook zal gekeken worden naar de relatie tussen de afschaffing van de macronorm en de ontwikkeling van de lokale woonlasten.